Dimitri Frenkel Frank werd in 1928 geboren in München. Zijn vader was een Russisch joodse Stehgeiger die in 1936 met zijn gezin naar Nederland vluchtte. Dimitri studeerde medicijnen en rechten, maar kon de romantiek van het kunstenaarschap niet weerstaan en begon in 1948 als acteur bij het Nederlands Volkstoneel in Amsterdam. Al snel bleek hij meer talent te hebben voor het schrijven van dialogen dan voor acteren.
Hoewel hij op sommigen overkwam als een veelzijdig flierefluiter, was hij een zeer hard en gedisciplineerd werker. Het bewijs daarvoor is de grote hoeveelheid reclameteksten, toneelstukken, boeken, TV programma’s en films van zijn hand. ‘Talent, persoonlijkheid, wil, geluk – in die volgorde. Maar allemaal onmisbaar’, zo zei hij over de totstandkoming van zijn omvangrijke oeuvre.
Zo bedacht Dimitri o.a. de slogan ‘Kaas uit het vuistje’ en verzon de naam ‘Edison’ voor de jaarlijkse muziekprijzen . Op televisie brak hij door met beruchte satirische programma’s als ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’ (1963 – 1966) en ‘Hadimassa’ (1967 – 1972), waarin door onder anderen Kees van Kooten, Wim de Bie, Ton van Duinhoven en Annemarie Oster de belangrijkste trends uit die tijd op de hak werden genomen. Het leverde hem in 1970 de Nipkow-schijf op. Vanaf de jaren tachtig richtte Dimitri zich vooral op het schrijven en regisseren van speelfilms, zoals ‘Hoge hakken, echte liefde’ (1981) ‘de Boezemvriend’ (1982) en ‘de IJssalon’ (1984).
Als toneelschrijver, het beroep dat hij zichzelf het liefst toedichtte, debuteerde hij in 1960 met ‘Blaffen tegen de maan’. Bekende werken van zijn hand zijn ook ‘Spinoza’ (1964), ‘In de holte van je arm (1970), ‘Spiegels’ (1976) en ‘Bedden’ (1979). Zijn laatste project was de musical ‘Tsjechov’ (1987) waarvan de liedjes werden geschreven en gecomponeerd door Robert Long.
In de laatste jaren van zijn leven schilderde Dimitri veel en met succes. In 1988 kreeg hij tijdens een expositie van zijn schilderijen in Kortenhoef een hartaanval en overleed korte tijd later. Hij was 60 jaar en liet vier zoons en twee dochters achter.
De sprookjes die Dimitri Frenkel Frank als 19-jarige schreef voor het weekblad ‘Tom Poes’ worden nog altijd voorgelezen aan zijn klein- en achterkleinkinderen.
1960
BLAFFEN TEGEN DE MAAN
De oude violist Alkazaar en zijn zoon Wolf hebben zojuist hun intrek genomen in een oud
1961
SALDO MORTALE
Je moet alleen maar niet bang zijn voor de cijfers. Je schuift ze naar rechts, je schuift
1964
SPINOZA
Spinoza twijfelt aan het bestaan van God maar dit wordt hem niet in dank afgenomen
1964
PAS OP DAT JE GEEN WOORD ZEGT
In een oud Amsterdams huis laat Clementine